Home / cultuur / ‘UTOPIA’ BIBLIOTHEEK EN ACADEMIE VOOR PODIUMKUNSTEN

‘UTOPIA’ BIBLIOTHEEK EN ACADEMIE VOOR PODIUMKUNSTEN

Aalst, Belgium, Europa

Sector cultuur
Opdrachtgever Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst, Hopmarkt 50, 9300 Aalst, BE
Architect KAAN Architecten, Boompjes 255, 3011 XZ Rotterdam, NL
Aard der werken Nieuwbouw en renovatie
Scope Studie en opvolging technische installaties / EPB-verslaggeving / Breeam
Oppervlakte 7,700 m2
Projectstatus opgeleverd
Start - Einde studie June 2016 - November 2016
Start - Einde uitvoering December 2016 - May 2018

Sustainable Features

regenwater recuperatie
regenwater recuperatie
waterbeheer
waterbeheer
warmte recuperatie
warmte recuperatie
geothermie
geothermie
passieve koeling
passieve koeling
beglazing
beglazing

Kostprijs technieken: € 3.725.531,38 excl. btw
Totale bouwkost: € 11.882.340,00 excl. btw
K-peil: 15 (nieuwbouw)
E-peil: 35 (nieuwbouw school) – 37 (renovatie school)
Certificering: Breeam excellent

 

Utopia, de nieuwe stadsbibliotheek en Academie voor Podiumkunsten is gelegen op de Pupillensite in het hart van de stad Aalst. Dit gebouw met 3 verdiepen integreert een historisch hoekgebouw met een nieuwbouw met respect voor het historisch karakter van de site. In het gebouw bevinden zich 700 lopende meter boekenkasten, 31 leslokalen, een concertzaal, een jeugdatelier, 250 werk- en studeerplekken en een gezellig leescafé. Door de inplanting van de nieuwbouw ontstaan eveneens twee nieuwe pleintjes om door iedereen te gebruiken.

 

In de 15de eeuw was het imposante gebouw de thuishaven van de Zwarte Zusters van Aalst. Nadien werd het klooster gesloten en verkocht aan het Belgisch leger die er een militaire gevangenis van maakte. In 1880 werden de voormalige kloostergebouwen afgebroken en werd er een pupillenschool gebouwd. Na jaren van leegstand en verval lanceerde het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Aalst (AGSA) de vraag om de historische site een nieuwe bestemming te geven.

 

Een aantal lokalen voor de academie zijn mee opgenomen in het nieuwbouwvolume dat in hoofdzaak voor de bibliotheek bestemd is. Hierdoor zijn de akoestische eisen voor de verschillende ruimtes van een ver doorgedreven niveau. Ook voor de technieken vormt dit een belangrijk aandachtspunt.

 

Op niveau van de gebouwschil zijn een aantal passieve maatregelen getroffen om de vraag voor verwarming en koeling te beperken, getuige hiervan zijn het K-peil van de nieuwbouw, met name K15 en de toepassing van een buitenzonwering afgestemd op het concept en aandacht voor de openheid van de architectuur.

 

Voor de warmteproductie wordt beroep gedaan op een grondgekoppelde warmtepomp door middel van een BEO-veld (boorgat energieopslag) uitgerust met 27 boringen van 95 meter diepte, in combinatie met een gascondensatieketel. In de nieuwbouw wordt de warmte op lage temperatuur verdeeld door middel van vloerverwarming en bijkomend door naverwarmingsbatterijen voorzien op het ventilatiesysteem. Koeling in deze ruimtes wordt passief gerealiseerd via de vloerverwarming en bijkomend door een aantal ventilo-convectoren rechtstreeks gekoppeld op het BEO-veld.

 

In het bestaand gebouw wordt gebruik gemaakt van radiatoren voor de verwarming, die in het tussenseizoen op lage temperatuur door de warmtepomp gevoed worden. Tijdens piekvraag kan de ketel zorgen voor de nodige bijstand op een hoger temperatuurregime, doch beperkt tot 60-40°C.
In een aantal ruimtes met hoge bezettingsgraden zoals theorieklassen en de kantoorruimte wordt een ventilo-convector, gevoed door het BEO-veld, voorzien om hier ook van passieve koeling te kunnen genieten.

 

De ventilatie in de nieuwbouw wordt gerealiseerd door een centrale mechanische ventilatie-unit systeem D uitgerust met een adiabatische koelsectie, zodoende extra koelcapaciteit te kunnen genereren. In het gebouw zijn verschillende ventilatiezones ondergebracht waarvan door middel van CO² en temperatuurmeting het aangeleverd ventilatiedebiet bijgestuurd wordt in functie van de eigenlijke vraag. In het bestaand gebouw zijn 3 luchtgroepen, systeem D-ventilatie ondergebracht die instaan voor het realiseren van een afdoende binnenluchtkwaliteit, eveneens via het principe van ventilatiezones. Er is in deze groepen geen adiabatische koelsectie voorzien, wel stoombevochtiging in één luchtgroep om aan de specifieke eisen voor opslag van instrumenten te kunnen voldoen.

 

Als hernieuwbaar aandeel energie is er een uitgebreide PV-installatie op het dak voorzien met een productie van 85 kWp die mee resulteert in het vooropgestelde E-peil.

 

Finaal wordt binnen het kader van de breeam certificatie voorzien in een uitgebreide monitoring en commissioning activiteit om de finale gebouwgebruiker op een optimale wijze te begeleiden in het gebruik van de voorziene installaties en eventuele optimalisaties in de toekomst mogelijk te maken.