Gare Maritime – ontworpen in BIM
Brussel, Belgium, Europa
Kostprijs technieken: | 19.615.866,71 € excl. btw |
Totale bouwkost: | 60.520.737,00 € excl. btw |
Oppervlakte: | 3 ha publieke zone waarvan 53.175 m² (Kantoren 31.684 m², retail 11.285 m², publieke functies 10.206 m²) 43.175 m² gelijkaardig aan nieuwbouw, 10.000 m² renovatie |
K-peil / Energieklasse : | Passief Brussel |
E-peil: | Passief Brussel |
Certificering: | Passief Brussel; BREEAM Outstanding |
Shortlisted voor Mies Van der Rohe Award 2022
Winnaar ARC20 Architectuur Award
Winnaar RES Awards 2020 – best commercial development
Grootste CLT project in Europa
Projectomschrijving:
Het gebouw ‘Gare Maritime’ te Brussel is een gebouw uit het begin van de 20ste eeuw dat vroeger als goederenstation gebruikt werd en dat sinds geruime tijd leeg stond. De bijzondere architecturale eigenschappen, zowel in detaillering als in ruimteverhoudingen heeft de eigenaar Extensa aangezet tot het restaureren van het gebouw en het ontwikkelen van commerciële- en kantoorruimtes binnen het grote volume.
Daartoe werd de grote hal gerenoveerd tot een degelijk geïsoleerde omhullende waarbinnen de kantoorvolumes een plaats kregen. Binnen de hal zelf werd door middel van dit isolatiepakket enerzijds en door een intelligente sturing van opengaande delen in de gevel en dakoppervlakken anderzijds een aanvaardbaar binnenklimaat gecreëerd om gedurende het grootste gedeelte van het jaar bepaalde activiteiten te kunnen laten plaatsvinden.
De gematigde temperatuur die zo in de hal zal heersen, komt ook de energieverbruiken van de inbouwvolumes ten goede. Door deze aan de ongeklimatiseerde hal te laten grenzen, zijn de verliezen naar de buitenomgeving sterk beperkt ten opzichte van een klassieke nieuwbouwsituatie.
Op gebied van ‘duurzaamheid’ werd maximaal ingezet op circulariteit, ontworpen volgens de principes van circulair bouwen. Het resultaat is een energieneutraal gebouw dat volledig losstaat van het gebruik van fossiele brandstoffen.
De kantoren en retailzones zelf worden wel geklimatiseerd, met behulp van een geothermische ringleiding, die gevoed wordt via een open bronsysteem en waarop individuele warmtepompen aangesloten worden.
Koeling gebeurt integraal passief en verwarming steeds via de tussenkomst van deze warmtepompen.
Het systeem heeft tevens een valorisatie tot gevolg van de gelijktijdig optredende warmte- en koelbehoefte in de verschillende gebouwen, waardoor de KWO minder hard belast wordt en een optimaal rendement verkregen wordt.
Het project ontving de ARC20 Architectuur Award. Deze wordt toegekend aan recent gerealiseerde projecten die hoge prestaties op het gebied van duurzaamheid in de ruimste zin van het woord op ‘innovatieve wijze’ combineren met een verrassende architectuur.
De gebouwschil is geoptimaliseerd om zo weinig mogelijk energie te verliezen en tegelijk zoveel mogelijk te profiteren van natuurlijk daglicht. Driedubbele isolerende en dynamische zonwerende beglazing dragen bij tot circulariteit en beperking van de energievraag. Wat betreft ventilatie, koeling en verlichting werden de laatste state‑of-the-art technische installaties voorzien.
Het gebouw is het toppunt van flexibiliteit en well-being. Gare Maritime krijgt winkels, kantoren en horeca en een centrale open promenade waar evenementen georganiseerd kunnen worden. Ondanks zijn omvang straalt het project een vriendelijke sfeer uit. Dat is te danken aan de schaal van de paviljoenen, die bovendien via balkons naar de hal openen en aan de bouwmethode.
De keuze voor geprefabriceerde CLT-elementen heeft niet alleen de bouwtijd verkort. Het gebruik van mechanische verbindingen maakt het ook mogelijk om de gebouwen in de toekomst te demonteren en de onderdelen te hergebruiken.
De beperkte ecologische voetafdruk tijdens en na de renovatie werden bekomen door intelligente keuzes te maken op het vlak van energieverbruik, energieproductie, koeling, ventilatie, waterverbruik, materiaalgebruik,…
Binnen de volledige projectopbouw werd door middel van simulatiesoftware bijzondere aandacht geschonken aan een breed gamma van duurzaamheidsaspecten: temperaturen, licht, materiaalgebruik etc. Deze werden binnen een BREEAM-assessment-methodiek ook gevalideerd.
Tot slot werd aan het project een significante hoeveelheid fotovoltaïsche panelen toegevoegd om de uiteindelijk verbruikte elektriciteitsvraag te verlagen.