Home / urban development / ‘de Felix’ stadsgebouw

‘de Felix’ stadsgebouw

Gentbrugge, Belgium, Europa

Sector urban development
Opdrachtgever Stad Gent, Botermarkt 1, 9000 Gent, BE
Architect TRANS architectuur | stedenbouw bv cvba, Beverhoutplein 7, 9000 Gent, BE
Aard der werken Nieuwbouw en renovatie
Scope Studie en opvolging technische installaties / EPB-verslaggeving
Oppervlakte 10,466 m2
Projectstatus uitvoering
Start - Einde studie March 2018 - January 2021
Start - Einde uitvoering August 2021 - May 2023

Sustainable Features

geothermie
geothermie
beglazing
beglazing
groen dak
groen dak
warmte recuperatie
warmte recuperatie
energie monitoring
energie monitoring
waterbeheer
waterbeheer
zonne-energie
zonne-energie
regenwater recuperatie
regenwater recuperatie
passieve koeling
passieve koeling

 

Kostprijs technieken:+/- € 5.100.000,00 excl. btw
Totale bouwkost:+/- € 14.200.000,00 excl. btw
E-peil:55 (ABC) / 49 (D)

 

Projectomschrijving:

 

Het voormalig dienstencentrum van Gentbrugge ondergaat een volledige renovatie en transformatie. ‘de Felix’, zoals het gebouw zal heten – een verwijzing naar de originele architect Paul Felix – zal onder meer onderdak geven aan Academie De Kunstbrug, een lagere school, een wijkbib met leescafé, een stadsloket en een politiecommissariaat.

 

Het gebouw, aan rand van de Gentbrugse Meersen, dateert uit de jaren 70 en heeft reeds een eerste beperkte renovatie achter de rug. Voor dergelijke gebouwen – net niet uniek genoeg om te worden beschermd, met een weerbarstige betonarchitectuur die slecht scoort op allerlei energetische criteria, wordt vaak zonder diepgaande analyse de sloophamer bovengehaald. Dit ontwerp gaat daar volledig tegenin en stelt een maximaal hergebruik voor, met in acht name van hoge eisen die onder andere de muziekacademie of het politiekantoor stellen.

 

Het ontwerp voor de transformatie stelt interventies voor die het karakter van de site omzetten van een administratief gebouw naar een stadsgebouw waar ontmoetingen tussen verschillende gebruikers centraal staan. De 3 bestaande gebouwen worden bekroond met een uitbreiding – danszaal, kantoorruimte, en dakspeelplaats. Het voornemen van Felix om op de diepe balkons bloemen en planten te laten groeien wordt hernomen. De bibliotheek vormt de spil van het gelijkvloers en wordt omgeven door open werknissen die het contact tussen verschillende gebruikers versterken. Een vierde gebouw – de spektakelzaal – wordt toegevoegd waardoor samen met de naastgelegen gebouwen een binnenplein ontstaat.

 

Met een doordacht ontwerp van het gebouwcomplex en zijn schil kan de verwarmings- en koelbehoefte verminderd worden. Op die manier kunnen technische installaties tot een minimum beperkt worden.

Duurzaamheid wordt in brede zin geïmplementeerd en omvat diverse aspecten zoals energieopwekking, warmterecuperatie, beperken van verliezen, water(her)gebruik, optimalisatie van kunst- en daglicht en het meten en dynamisch bijsturen van energie-, lucht- en waterstromen.

 

Water-water warmtepompen aangesloten op het BEO-veld (geo-thermische boringen) staan in voor productie van warm water voor verwarming, indien het evenwicht te veel verstoord wordt kan er gebruik gemaakt worden van een Drycooler om de grond in balans te houden over langere termijn.

 

De afgifte elementen voor verwarming en/of koeling variëren naar gelang de functie van het gebouw en ruimte:

  • Convectoren met thermostatisch kraanwerk voor basisverwarming.
  • Koelplafonds en/of ventilo-convectoren met plaatselijke bediening en voeler voor te verwarmen en/of te koelen ruimten.
  • Vloerverwarming met binnenvoeler voor basisverwarming van grote quasi continu te verwarmen ruimten.
  • Grote ruimten zoals danszalen, polyvalente concertzaal en refter waar reeds grote luchtdebieten gehanteerd, worden all-air geconditioneerd.

Er is geen gasaansluiting voorzien op de site.

 

Een type D-ventilatiesysteem met doorgedreven warmterecuperatie (d.m.v. warmtewiel of platenwisselaar, vraaggestuurd) zorgt voor een gezond en aangenaam binnenklimaat in alle blokken.

 

Een andere kostenbesparende en duurzame maatregel is een goed waterbeheer, door onder meer gebruik te maken van regenwater en regenwaterrecuperatie voor de sanitaire cellen en voor dubbeldienstkranen. Water is een kostbaar goed en dus gaan we er maar beter zo spaarzaam mogelijk mee om. Waterbesparende kranen zijn dan ook geen overbodige luxe, maar een must.

 

Tot slot moeten de gebouwen uitgerust worden met natuurlijk en kunstmatig omgevingslicht dat aangenaam is voor de ogen en de ruimte net voldoende verlicht. In het algemeen wordt LED-verlichting toegepast maar om de verbruikskosten als het energieverbruik zo laag mogelijk te houden wordt afwezigheidsdetectie voorzien voor kantoren en vergaderzalen, centraal aan/uit voor grote ruimten en bewegingsdetectie in sanitairen en bergingen

 

Een bijkomend duurzaam gegeven is dat een aandeel van het elektriciteitsverbruik lokaal wordt opgewekt. Er worden fotovoltaïsche panelen voorzien over de volledige dakoppervlakte waar mogelijk.

 

De site huist verschillende gebouw(delen) met verschillende functies en gebruikers. Allen zijn gekoppeld aan een centrale opwekker zodat er optimaal gebruik kan gemaakt worden van de synergie tussen deze gebouwen. Wanneer het koelseizoen van het kantoorgebouw start is er nog steeds verwarming nodig in de klassen. Hierdoor kan deze warmte rechtstreeks met elkaar uitgewisseld worden. Door dergelijke synergie toe te passen is een goed gebouwbeheersysteem noodzakelijk.

 

Er is een doordacht ontwerp van de technische installaties noodzakelijk. Een eenvoudig te onderhouden installatie zal steeds resulteren in een installatie die daadwerkelijk onderhouden blijft.

Bij de keuze van de technische componenten wordt steeds gekeken naar een standaardisatie doorheen het gebouw. Bij gebruik van standaardcomponenten zullen bij vervanging de onderdelen steeds terug te vinden zijn bij de leverancier zonder dat de bouwheer zelf een grote stock moet aanleggen.

Het aantal types verlichtingsarmaturen bijvoorbeeld wordt beperkt zodat vervanging eenvoudig kan gebeuren met toestellen vanuit het gebouw.

De technische installatie wordt overzichtelijk opgebouwd waardoor deze makkelijk te lezen is en de onderhoudstechnicus op korte termijn de volledige installatie begrijpt.

Zo zijn de luchtgroepen voor verschillende gebouwdelen dicht bij hun desbetreffende deel geplaatst. Hierdoor zijn kanaallengtes beperkt maar blijft ook de installatie eenvoudig leesbaar voor de onderhoudsfirma. Als er bepaalde delen niet gebruikt worden, kan eenvoudig de desbetreffende groepen stilgelegd worden (bv. weekendmodus kantoorgedeeltes waarbij politie of klassen nog in werking moeten zijn).

Een volgende stap in het proces is ervoor zorgen dat de componenten steeds eenvoudig bereikbaar zijn. In dit dossier werd reeds vroeg in het ontwerpproces de hoofdcomponenten in de technische ruimtes ingetekend om ervoor te zorgen dat de lokalen voldoende groot zijn. Zo is er rond de toestellen steeds rekening gehouden met de onderhoudsruimte noodzakelijk volgens de fabrikant.

Het zorgen voor een goede sturing van de verschillende componenten is eveneens belangrijk. Een slechte regeling zal meestal zorgen voor een vroegtijdige slijtage we denken bv. aan het aantal start/stop cycli van een warmtepomp.

Een laatste stap is het opnemen van een zekere redundantie zodat bij een geval van een defect een ander toestel het geheel of gedeeltelijk kan overnemen. In dit ontwerp zorgen we steeds voor een ontdubbeling van de warmtepomp zodat bij het uitvallen van 1 machine nog minimaal 50% van het vermogen ter beschikking blijft.