Home / wonen / O’SEA WOONWIJK FASE 1 EN 2 – ONTWORPEN VOLGENS BIM

O’SEA WOONWIJK FASE 1 EN 2 – ONTWORPEN VOLGENS BIM

Oostende, Belgium, Europa

Sector wonen
Opdrachtgever Allfin nv, Koloniënstraat 56, 1000 Brussels, BE
Architect CONIX RDBM Architects bvba, Londenstraat 60/121, 2000 Antwerp, BE
Aard der werken Nieuwbouw
Scope Studie en opvolging technische installaties / EPB-verslaggeving
Oppervlakte 43,000 m2
Projectstatus uitvoering
Start - Einde studie February 2015 - January 2019
Start - Einde uitvoering February 2017 - December 2021

Sustainable Features

beglazing
beglazing
groen dak
groen dak
waterbeheer
waterbeheer
regenwater recuperatie
regenwater recuperatie
Oppervlakte:Fase 1: 18.000 m² (167 wooneenheden)

Fase 2: 25.000 m² (230 wooneenheden)

K-peil:Fase 1: 23 – 39
S-peil:Fase 2: 16 – 33
E-peil:Fase 1: 30 – 54

Fase 2: 26-40

Certificering:

 

Projectomschrijving:

Het O’Sea project omvat in totaal 88.000 m² aan hoofdzakelijk residentiële wooneenheden (750) zoals appartementen, woningen, serviceflats en studio’s. Deze worden aangevuld met kleine handelszaken en commerciële ruimten.

 

Fase 1 – O’Charme:

Deelgebied Charme was de eerste van vier fases van het project.  Deze bestaat uit 50 serviceflats, 10 woningen, 71 appartementen, 18 luxeappartementen, 18 studio’s, 4 commerciële ruimten en een kinderdagverblijf.  Deze zijn verdeeld over 5 blokken waarvan één toren.

 

De woningen en studio’s worden verwarmd met een individuele condenserende gasketel, die tevens instaat voor de warmwaterproductie.  De appartementen en serviceflats worden verwarmd met centrale condenserende gasketels die door middel van een intern warmtenet, dat later kan worden verduurzaamd, instaat voor de verdeling naar de verschillende gebouwen.  Hierop is elke wooneenheid door middel van een decentrale unit aangesloten die instaat voor de verwarming en sanitair warm water.

Voor de Toren wordt een lage temperatuur afgiftesysteem toegepast, zijnde vloerverwarming. Voor de ventilatie wordt type C+ (natuurlijke toevoer van verse lucht en mechanische afzuig) toegepast. De afzuig is variabel en vraaggestuurd in functie van de luchtkwaliteit die gemeten wordt. Het systeem bevat een zomerfunctie die in functie van de buitentemperatuur de ventilatie kan activeren om oververhitting tegen te gaan. De luxeappartementen hebben de mogelijkheid om uitgerust te worden met een koelinstallatie en een sfeer gashaard.

 

Het volledige gebied is onderkelderd met een parking met rook- en warmteafvoerinstallatie. Daarnaast werd de mogelijkheid tot het plaatsen van elektrische laadpalen voorzien.

 

De traphallen die de bouwlagen boven het evacuatieniveau bedienen werden uitgerust met een overdruksysteem. In geval van brand worden de binnentraphuizen in overdruk gezet t.o.v. de evacuatieweg.

 

Voor de algemene delen zijn er armaturen met een hoog rendement voorzien en voor buiten is

LED-verlichting voorzien.  Dit in combinatie met een centrale aansturing zorgt voor een goed verlichtingsbeheer. De luxeappartementen worden uitgerust met domotica.

 

Regenwater wordt opgevangen en herbruikt voor de besproeiing van de binnentuin.

 

Fase 2 O’Beach:

Ook in dit deel vinden we een mix aan commerciële ruimten en woongelegenheden aangevuld met praktische gemeenschappelijke vertrekken zoals laadpalen, fietsbergingen en ondergrondse parking. De verschillende gebouwen kregen echter telkens een andere energetische benadering die aansluit bij hun individueel karakter.

 

Elk blok krijgt een eigen centrale stookplaats met weersafhankelijk gestuurde condenserende gasketels, aangevuld met een tweede duurzame opwekker zijnde WKK (gas warmtekrachtkoppeling). Vanaf deze wordt het cv water verdeeld via een warmtenet.  Deze wordt zo kort mogelijk gehouden en goed geïsoleerd om de circulatieverliezen te beperken.

 

Elke woonentiteit beschikt over een decentrale module die zorgt voor cv en sanitair warm water uit de collectieve verwarmingsinstallatie. Iedere module beschikt over een elektronische caloriemeter die exact het individuele energieverbruik registreert. Een buscommunicatie monitor het warmtenet automatisch en continue.

 

In blok HI & L is geopteerd voor een decentraal ventilatiesysteem ‘type D’: mechanische toe- en afvoer met performante warmterecuperatie met een compacte unit per wooneenheid.  CO2 sensoren per droge ruimte sturen de ventilatie aan.

In BLOK JK werd gekozen voor ventilatiesysteem C+ met vraag- & zonegestuurde afvoer in droge en natte ruimten

Dit houdt in natuurlijke toevoer via raamroosters en mechanisch geregelde afvoer.  CO2 sensor per droge ruimte (slaapkamer / woonkamer met open keuken / bureel / hobbyruimte / droge berging…) en afzuiging per natte ruimte (badkamer / natte berging  / toilet e.d.)

 

De natte ruimtes zoals badkamer, keuken, wasplaats, toiletten e.d. en de technische berging worden zo veel mogelijk rond de koker gepositioneerd om de lopende meters luchtkanaal te beperken en zo ook de drukval / geluid.  Zo kunnen de zones met valse plafonds het meest gereduceerd worden tot vaak alleen de circulatiezones, toilet en de badkamer.

 

Daarnaast werd ook steeds een personenlift voor minimum 8 personen voorzien en per hoog gebouw één brandweerlift voor 13 personen.

 

De daken van de torens worden optimaal gevuld met PV panelen voor de wooneenheden