Foodbox hotelschool GO!

De praktische lessen voor de “hotel” studenten vinden sinds het schooljaar 2019 plaats in de nieuwe ‘Foodbox’ van het Ensor Instituut in Oostende. Ook de lessen in avondschool maken gebruik van deze infrastructuur.

Het didactisch restaurant met een open keuken en een terras op de bovenste verdieping van het gebouw is open voor iedereen. Op de begane grond bevinden zich de receptie, koelruimtes, kleedkamers en centraal sanitair.

Op de 1^ste verdieping vinden zich 4 leskeukens rond een centraal multifunctioneel inzetbaar ruimte en aansluitend de centrale technische ruimtes. Iedere keuken is uitgerust met de laatste professionele keukenapparatuur.

Van bij de start van het ontwerp werd in samenspraak met de architect gestreefd naar een zo compact mogelijk volume met bijzondere aandacht voor de inplanting van de verschillende lokalen en hun functies t.o.v. elkaar.

Het realiseren van een compact gebouw is cruciaal om de energieverliezen te minimaliseren en de looplijnen zo kort mogelijk te houden tussen de verschillende ruimtes wat de efficiënte alledaagse werking ten goede komt.

Een mooi voorbeeld hiervan is de integratie van een gedeelde wasstraat tussen 2 leskeukens.

In de keukens werden inductiedampkappen voorzien. Hierbij wordt een deel van de compensatielucht direct onder de dampkap ingeblazen. De rest wordt in de keuken geconditioneerd ingeblazen. Het gevolg is dat de lucht die direct wordt ingeblazen niet hoeft opgewarmd te worden tot kamertemperatuur, gezien de aanwezige personen niet in contact komen met deze lucht. Van gebouwen binnen de onderwijssector wordt doorgaans verwacht dat ze een lange levensduur en lage werkings- en onderhoudskosten hebben, met een terugverdientijd van ± 3 à 4 jaar ten opzichte van een traditionele dampkap waarbij alle compensatielucht wordt ingeblazen in het lokaal was dit een mooie energiebesparende maatregel.

Met een lift met ruimte voor 10 personen is het gebouw niet alleen toegankelijk voor iedereen, maar kan deze eveneens ingezet worden als goederenlift. De binnenafwerking van de lift werd hierop afgestemd.

In de schacht is een verluchting nodig van 1% van de schachtoppervlakte. Met een blue-kit worden energieverliezen door deze schachtverluchting gereduceerd. Daarnaast werd de lift uitgerust met energiezuinige motoren.

De aanwending van behoorlijke beveiligings- en branddetectiesystemen vereist eveneens de nodige aandacht. De dampkappen beschikken allen over een automatische blusinstallatie. Daarnaast is er ook een brandmeldingsinstallatie met aangepaste componenten volgens de plaatselijke situatie toegepast in het volledige gebouw. Vluchtwegen werden uitgerust met veiligheidsverlichting en anti-paniek verlichting. Een inbraakinstallatie was onontbeerlijk vanwege de dure apparatuur.

Uniek in de onderwijssector is het aanzienlijke verschil in bezettingsgraad afhankelijk van het tijdstip en de tijd van het jaar. Op basis hiervan werden verscheidene duurzame technieken toegepast waaronder een mechanisch ventilatiesysteem D. Bij balansventilatie verloopt zowel de aan- als afvoer mechanisch via een netwerk van ventilatiekanalen en ventilatoren. Deze bevinden zich in het verlaagd plafond. De afgevoerde lucht warmt de aangevoerde (koude) lucht op dankzij een warmtewisselaar.

Doordat de aangevoerde lucht verwarmd wordt komt deze op een aangename temperatuur in de ruimtes binnen en wordt er een comfortabel binnencomfort gecreëerd. Bovendien door de warmte te recupereren daalt het energieverbruik wat resulteert in een lagere energiefactuur. Tot slot, aangezien de aangevoerde lucht ook gefilterd wordt, blijven stof, vervuiling of pollen buiten.

De verwarming en ventilatie kan per verdieping via het gebouwbeheersysteem worden aangestuurd om zo de verbruiken te beperken.